borduurpakketten en knooppakketten

Tip 06 - Borduren - Hoe begin je aan een telpakket - een borduurpakket met telpatroon

Hoe begin je een borduurpakket met telpatroon (een telpakket)?

 

De inhoud van een telpakket:

 

Een  telpakket bevat een telpatroon, een stuk stof, de nodige garens en in de meeste gevallen ook een Nederlandse uitleg. De inhoud van een  pakket staat op onze website altijd aangegeven bij ieder pakket afzonderlijk. Lees altijd deze info voor je bestelt a.u.b. Lijsten of ringen die je soms op de foto ziet, zitten meestal niet in het pakket, tenzij het bij de inhoud vermeld staat. Handige dingetjes zoals ooievaarschaartjes en extra naalden kan je altijd aan je bestelling toevoegen. Je vindt ze allemaal via de pagina toebehoren

De draad in het pakket kan voorgesorteerd of niet voorgesorteerd zijn. Bij kleine pakketten is de draad dikwijls niet voorgesorteerd. Er zitten ook niet heel veel kleuren in. Bij grote pakketten is dat wel het geval en daar zijn de garens meestal wel per kleur voorgesorteerd en al op een kaart geplaatst. 

Zitten de draden niet voorgesorteerd? Maak dan zelf je kleurenkaart met een stukje karton waarin je aan de zijkant een rij gaatjes maakt (met een perforator lukt dat heel goed). Sorteer je draden kleur per kleur. Hang alle draden van dezelfde kleur aan hetzelfde gaatje, bij voorkeur in dezelfde volgorde als de kleurenlegende die op je patroon staat.

Een kleurenlegende is een tabel met een lijst van kleuren, waarbij telkens een symbool staat. Dikwijls is ook per kleur vermeld hoeveel draden er van die kleur in je pakket zitten. De symbolen vind je ook terug op je telpatroon. Elk symbool staat voor 1 bepaalde kleur. Teken ieder symbool over op je kaart bij de betreffende kleur. Zo hoef je niet telkens te gaan kijken in de legende welke kleur nu weer bij welk symbool hoort. Ook al maak je maar een klein en makkelijk pakketje met weinig kleuren, als je deze werkwijze van in het begin tot gewoonte maakt, zal je daar later de vruchten van plukken als je grote en ingewikkelde patronen gaat borduren.

telpakket01.jpg

 

De stof en het patroon voorbereiden:

 

Plooi de stof dubbel in de beide richtingen en druk lichtjes op de plooien. 

telpakket03.jpg
telpakket04.jpg

Vouw de stof terug open. Er tekent zich nu een kruis af in de stof.

Neem een draadje naaigaren of een restantje borduurgaren van een eerder gemaakt pakket en rijg het op de beide vouwen door de stof . 

telpakket05.jpg

Op je telpatroon zie je ergens aan de zijkanten en de boven- en onderkant een pijl staan. Trek met een (rode) stift een lijn, te beginnen bij de pijlen, over de gehele breedte en hoogte van het patroon. 

telpakket02.jpg

Nu heb je zowel op je patroon als op je stof een kruis dat het middelpunt van de tekening aanduidt. Ze dienen ook als steunlijnen om je te helpen sneller fouten te herkennen, mocht je ergens verkeerd geteld hebben. Dan kan je meestal ook nog gemakkelijk de fout herstellen.

telpakket06.jpg 

 

Beginnen met borduren:

 

De meeste telpakketten worden gemaakt met 6-draad. Dat is een garen van 100% gemerceriseerd katoen, dat kan gesplitst worden in 6 verschillende draadjes. Hoeveel van deze draadjes je dient te gebruiken is afhankelijk van de steekgrootte van je stof en de steek die je borduurt. Kijk altijd op je patroon na met hoeveel draadjes je welke steken moet borduren. En wel vóór je begint ;-)

6-draad-2.jpg

Begin het borduurwerk in het midden van de stof, met de middelste steken van je patroon. Werk zo naar buiten toe, helft per helft.

Stop de draad die je voor de middelste steken nodig hebt in de naald en haal ze in het midden van de stof van onder naar boven, in het hoekje net naast het middelpunt. 

telpakket07.jpg

Knip dan in het midden de steundraden door en haal ze een paar centimeter uit aan de kant waar je het eerste gedeelte van het borduurwerk zal maken. Naarmate je vordert, verwijder je stukje per stukje deze steundraden.

telpakket08.jpg

 

De volgorde van de steken die je borduurt:

 

Maak eerst de kruissteken en halve kruissteken. Zorg dat de bovendraad van iedere steek altijd in dezelfde richting loopt. 

De afwerking zoals Franse knoopjes, stiksteken en eventuele platsteken komen helemaal op het einde. 

Hoe je de verschillende steken maakt, draden instopt, en meer, vind je in onze  andere handwerktips op deze website.

 

Snel herkennen waar je was gebleven en fouten voorkomen:

 

Op je patroon kleur je met een potlood de steken uit die je op je stof hebt overgebracht. Als je het werk hebt weggelegd en wil de volgende dag weer verdergaan, dan zal je snel herkennen waar je bent gebleven als je dezelfde vorm die op je stof staat, ook direct op je patroon herkent aan een met potlood gekleurd gedeelte.

 

Een borduurring gebruiken of niet:

 

Telpakketten worden meestal gemaakt op redelijk stijve stoffen (Aïda, evenweave of grof kaaslinnen). Daarvoor hoef je geen borduurring te gebruiken omdat die stof uit zichzelf stijf genoeg is om gemakkelijk te bewerken.

Is het een klein borduurwerkje, dan kan je de stof gewoon plat in de hand houden om te borduren. 

Is het een wat grotere stof, dan kan je best langs de zijkanten 2 rolletjes maken. Langs de kant die je als laatste gaat borduren rol je de stof op tot bijna in het midden. Zet het rolletje aan de beide kanten vast met een veiligheidsspeldje. Langs de kant die je als eerste gaat bewerken doe je hetzelfde maar laat je een stukje stof (5 tot 10 centimeter) vrij. Dat vlak ga je eerst volledig borduren. Als je klaar bent rol je de stof aan die kant verder af zodat je weer een stukje stof vrij hebt voor het volgende gedeelte van je patroon. Het rolletje langs de andere kant rol je verder op. Het geborduurde gedeelte zit nu opgerold en veilig voor stof en vuil.

Werk op dezelfde manier verder tot je de ene kant van je patroon volledig klaar hebt. Rol dan die kant van het borduurwerk volledig op tot in het midden, terwijl je het andere rolletje afrolt. Je kan nu de tweede helft van het patroon maken, alweer te beginnen vanuit het midden van de stof naar de zijkant toe. Rol steeds het ene rolletje verder af en het andere verder op, net zoals je bij het eerste gedeelte hebt gedaan.

Nog meer tips hierover vind je in onze tip over een borduurring gebruiken of niet.

 

Het borduurwerk opbergen om morgen weer verder te gaan:

 

Plooi de stof nooit op om het werk op te bergen voor later. Een klein borduurwerkje kan je plat wegleggen. Is het een groter werk, dan rol je het op met de goede kant naar binnen. Zorg ook dat de stof en het patroon elkaar niet raken. Je kan het borduurwerk in een witte handdoek rollen. Dan is het extra beschermd tegen vuil en stof.

Als je het borduurwerk altijd opgerold houdt, dan zijn de plooien voor een groot gedeelte uit je stof verdwenen tegen dat je klaar bent met borduren.

De onbewerkte stof blijft ook stijf genoeg om ze gemakkelijk te kunnen bewerken en je zal de steken niet zo gemakkelijk beginnen samentrekken.

Deze tips worden jou aangeboden door Nafra. Ze mogen in geen geval gekopieerd of gedupliceerd worden, onder welke vorm dan ook, geheel of gedeeltelijk, zonder onze uitdrukkelijke, schriftelijke toestemming. 

Het Nafra team wenst je veel plezier met handwerken...

Naar meer handwerktips.

Naar onze hele collectie handwerkpakketten.